1. Intake
Tijdens de intake staat het creëren van een vertrouwde omgeving voor de jeugdige centraal. Het is belangrijk dat de jeugdige zich comfortabel voelt bij de begeleider, zodat er een goede klik ontstaat en vertrouwen kan worden opgebouwd. Om continuïteit te waarborgen en onverwachte wisselingen te voorkomen, is bij iedere intake altijd een tweede begeleider aanwezig. Dit zorgt ervoor dat de jeugdige vanaf het begin weet wie hij kan verwachten bij ziekte, vakantie of uitval en dat er mogelijk een voorkeur kan worden aangegeven tussen de eerste en tweede begeleider.
2. Samen voor de juiste ondersteuning
Bij het opstellen en uitvoeren van het begeleidingsplan staan de wensen en behoeften van de jeugdige altijd centraal. We luisteren actief en kijken naar de persoonlijke situatie, cultuur en achtergrond van de cliënt, zodat we sensitief en respectvol kunnen werken. Het plan wordt intern doorgenomen met de gedragswetenschapper om te zorgen dat de juiste methodieken worden toegepast die passen bij de situatie van de jeugdige. Ook het hele zorgnetwerk, zoals ouders, school en andere betrokkenen, wordt nauw betrokken zodat iedereen goed geïnformeerd is en we samen een duidelijke en geïntegreerde aanpak realiseren.
3. Het creëren van een omgeving die cliënten aanmoedigt om te genieten
Dit betekent het creëren van een veilige, stimulerende omgeving die aanzet tot creativiteit en positiviteit. Mensen met een handicap, aandoening of ziekte kunnen zich soms depressief, ongeliefd of boos voelen. Ze kunnen denken dat ze een beperkt leven leiden, alsof ze opgesloten zitten in een kleine doos met beperkte bewegingsvrijheid. Wij willen een grotere “wereld” voor hen creëren die hen inspireert om verder te kijken dan de muren die ze zelf hebben opgetrokken. Door een omgeving te creëren waarin cliënten worden gestimuleerd tijdens activiteiten en zorgdiensten, kunnen zij als individuen groeien en genieten.
4. Evaluaties en afsluiting
Tijdens het traject worden de voortgang en doelen regelmatig geëvalueerd. Na drie of soms zes maanden vindt een tussenevaluatie plaats, waarbij we samen met de jeugdige, ouders, de doorverwijzer en de gedragswetenschapper bekijken welke doelen behaald zijn, welke eventueel bijgesteld moeten worden en of er nieuwe doelen nodig zijn. Aan het einde van het traject wordt een eindevaluatie opgesteld. Hierbij krijgt de jeugdige en de ouders een signaleringsplan mee, waarin handvatten staan om terugval tijdig te signaleren en te weten wanneer extra ondersteuning nodig is. Zo zorgen we ervoor dat de begeleiding zorgvuldig wordt afgerond en de jeugdige en het netwerk niet met lege handen achterblijven, ook wanneer de doelen zijn behaald.